Op 12 april vertrokken we (3 huisgenoten en ik) rond 9u met gids Winston op trip naar Brownsberg en Bergendal. Winston is de man met de slang die ik al eens eerder vermeld heb, we vroegen dan ook of ‘Beauty’ mee was. Ja, hij zat in zijn tas, zoals gewoonlijk. We maakten een tussenstop om te ontbijten en lunch te kopen. Terwijl we zaten te ontbijten kwam er een bus toeristen toe, wat oudere mensen. Na een tijdje vroeg Winston of ze een slang wouden zien en hij haalde Beauty uit zijn tas. Ze begonnen allemaal foto’s te nemen. Winston vroeg of iemand een slang rond zijn nek wou, maar dat wouden ze niet. Na het ontbijt reden we verder naar Bergendal. Hier zouden we de zipline doen, dit zijn kabelbanen door het bos en over de Surinamerivier. We moesten even wachten tot het aan ons was, dus hebben we ons middageten opgegeten: noodles met kip, komkommer en – uiteraard – pepers. We hebben de pepers er uit gehaald, maar toch smaakte alles waar er een peper had op gelegen enorm pikant. Mits veel water drinken en blazen hebben we het meeste toch opgegeten. Na het eten mochten we naar de zipline. Onze twee begeleiders, Hans en Donovan (Don), waren maar een paar jaar ouder dan ons en ze maakten veel grapjes. We hebben veel gelachen. Eerst moesten we een harnas aandoen en een helm opzetten. Daarna kregen we instructies over waar we ons moesten vasthouden en wat we met onze benen moesten doen. Nadat we door hadden hoe we moesten remmen en dergelijke trokken we naar boven naar de eerste zipline. Zij maakten ons steeds vast zodat er niks kon fout gaan en zo vlogen we door het bos. Hans ging altijd als eerste om ons ‘op te vangen’ aan de overkant en Don maakte ons steeds vast zodat we veilig aan de overkant geraakten. Hans en Don hebben dit al heel vaak gedaan en hebben dus veel ervaring, zij vlogen dan ook vaak ondersteboven naar de overkant. Wij moesten ons altijd flink vasthouden. Na een tijdje begon het te regenen en vlogen we dus door de regen. Dat was wel leuk, het had wel iets zo door de regen vliegen. Na een paar ziplines kwam er een houten brug. Ik ging als eerste over de brug, maar na een paar stappen zette ik mijn voet fout of gleed ik uit en viel ik met mijn been tussen de sporten van de ladder. Ik ben dan gaan zitten om mijn been er van tussen te ‘halen’ en om dan weer op te kunnen staan. Ik had mijn scheenbeen geschaafd tegen de houten sporten, maar het viel wel mee. Daarna kwamen er nog 2 of 3 ziplines en dan kwam de grote zipline over de Surinamerivier. Het regende nog steeds, maar dat stoorde niet echt. Het was machtig om over de rivier te vliegen, het uitzicht was prachtig. Na deze indrukwekkende zipline kwam er nog 1 en hiervoor moesten we een ijzeren ladder beklimmen waarvan de sporten vrij ver uit elkaar stonden dus dat was wel een grappig zicht. Deze keer ben ik heel voorzichtig naar boven geklommen, ik wou niet weer vallen zoals op die houten brug. Na de laatste zipline moesten we naar beneden langs een ijzeren ladder, deze was gelukkig niet zo hoog. Ons avontuur was alweer gedaan, er kwam een bootje aan om ons terug naar de overkant van de rivier te brengen. We wouden nog een groepsfoto samen onze begeleiders, Hans en Don dus vroegen we aan de bootsman om een foto te komen maken. Die had niet zo veel zin, maar maakte toch een paar foto’s. Toen we in de boot stapten en Elise (een huisgenootje van mij) ging zitten viel ze achterover. Gelukkig heeft ze zich geen pijn gedaan, integendeel, we hebben veel gelachen. Ook in de boot hebben we een paar leuke foto’s gemaakt van ons vier (Femke, Elise, Eliza en ik). Terug aan de overkant stond Winston, onze gids, ons weer op te wachten. Hij vroeg wat we er van vonden, we vonden het heel leuk. Ik vertelde dat ik gevallen was en hij bekeek mijn scheenbeen. Het stond toch een beetje dik, dus het was toch niet echt een schaafwond. ‘Nu ja het zal wel overgaan’, dacht ik. Ik wou er geen drama van maken en we vertrokken weer naar onze slaapplaats op Stone Island. Maar mijn been deed toch wel zeer als ik stapte en als ik de volgende dag de hele dag moest wandelen op de Brownsberg is dat niet ideaal. Toen we stopten om nog wat boodschappen te doen heb ik ijs uit de koelbox in een sok gedaan om op mijn been te houden. Er stond toch een bult op mijn scheen en mijn knie, met het ijs wou ik die verminderen.
Tijdens het rijden zei Winston ‘Goed opletten, straks gaan jullie iets zien en dan gaan jullie ‘Wauw’ zeggen. ‘ Oké, we waren er al zowat mee aan het lachen dat we dan allemaal tegelijk ‘wauw’ zouden roepen en we begonnen alvast wat te oefenen. We hebben veel gelachen. Na een tijdje zagen we een uitzicht en riepen we alvast ‘Wauw’, maar we waren er blijkbaar nog niet. Dit leverde alweer veel gelach op. Dan kwamen we op een punt met echt een mooi uitzicht toen zeiden we inderdaad, spontaan, ‘Wauw’. We mochten uitstappen en hebben foto’s gemaakt van het uitzicht.
Tijdens het rijden zei Winston ‘Goed opletten, straks gaan jullie iets zien en dan gaan jullie ‘Wauw’ zeggen. ‘ Oké, we waren er al zowat mee aan het lachen dat we dan allemaal tegelijk ‘wauw’ zouden roepen en we begonnen alvast wat te oefenen. We hebben veel gelachen. Na een tijdje zagen we een uitzicht en riepen we alvast ‘Wauw’, maar we waren er blijkbaar nog niet. Dit leverde alweer veel gelach op. Dan kwamen we op een punt met echt een mooi uitzicht toen zeiden we inderdaad, spontaan, ‘Wauw’. We mochten uitstappen en hebben foto’s gemaakt van het uitzicht.
Nog een beetje verderop, met de auto, kwamen we aan op onze slaapplaats op Stone Island. We sliepen in een houten huisje, aan de rand van het stuwmeer. We gingen het huisje verkennen en zagen een kamer met een tweepersoonsbed en dachten dat we samen zouden moeten slapen. Wat op zich geen probleem is, maar het is niet altijd handig om in een tweepersoonsbed te slapen met iemand die je niet zo heel goed kent. Ik was op stap met mijn huisgenootjes, maar ik kende hen nog niet zo heel goed, het was de eerste keer dat we samen op tour waren. Nadat we het huisje verder verkend hadden, merkten we dat er 4 kamers waren met elk een tweepersoonsbed. We hadden dus elk onze eigen kamer, met een tweepersoonsbed met een dikke matras. Vooral dat laatste was een luxe, in ons huis in de Koenawariestraat zijn de matrassen namelijk niet zo dik. Sommige huisgenoten liggen zelfs bijna op de planken.
‘Waar slaapt Winston dan?’, vroegen we ons af. En we lachten al wat over bij wie hij in bed zou liggen en waar zijn slang, Beauty, dan zou liggen. Maar Winston slaapt op trip altijd in een hangmat, dus ook nu had hij zijn hangmat mee en zou hij wel een plekje vinden om hem vast te maken.
We gingen onze bikini aantrekken om te gaan baden in de rivier. Het water was lekker warm, dat had ik niet verwacht. Winston kwam ook, samen met Beauty. De slang is even in het water geweest maar verkiest toch het droge. Winston heeft hem dan toch maar weer in zijn tas gestoken, zo kon hij een beetje slapen. We zaten gezellig wat te kletsen in het water, toen er naast ons een groep Surinaamse mannen ook het water in gingen. We zagen ze kijken alsof ze nog nooit een vrouw hadden gezien. We maakten wat grapjes onder elkaar over wie we aan welke man zouden koppelen. Na een tijdje begon het weer lichtjes te regenen, ik ging er even uit om mijn handdoek over mijn camera te leggen, maar ben er dan snel weer in gegaan. In het water was het namelijk warmer dan er buiten.
‘Waar slaapt Winston dan?’, vroegen we ons af. En we lachten al wat over bij wie hij in bed zou liggen en waar zijn slang, Beauty, dan zou liggen. Maar Winston slaapt op trip altijd in een hangmat, dus ook nu had hij zijn hangmat mee en zou hij wel een plekje vinden om hem vast te maken.
We gingen onze bikini aantrekken om te gaan baden in de rivier. Het water was lekker warm, dat had ik niet verwacht. Winston kwam ook, samen met Beauty. De slang is even in het water geweest maar verkiest toch het droge. Winston heeft hem dan toch maar weer in zijn tas gestoken, zo kon hij een beetje slapen. We zaten gezellig wat te kletsen in het water, toen er naast ons een groep Surinaamse mannen ook het water in gingen. We zagen ze kijken alsof ze nog nooit een vrouw hadden gezien. We maakten wat grapjes onder elkaar over wie we aan welke man zouden koppelen. Na een tijdje begon het weer lichtjes te regenen, ik ging er even uit om mijn handdoek over mijn camera te leggen, maar ben er dan snel weer in gegaan. In het water was het namelijk warmer dan er buiten.
De zon kwam weer tevoorschijn en we besloten uit het water te komen, onze handen waren al helemaal verrimpeld en we wouden nog een beetje zonnen. Toen we terug naar ons huisje gingen zagen we dat Winston een plekje gevonden had voor zijn hangmat, tussen twee bomen. We hebben nog wat gepraat, wat gedronken, beetje geknabbeld en daarna gingen we voordat we gingen eten nog een wandeling maken. Na de wandeling was het etenstijd, we pakten ons drinken mee en gingen naar het huisje waar ze het eten zouden serveren. Een vrouw zette twee grote schalen met rijst, kip, komkommer, tomaat, aubergine en pompoen op tafel, ik dacht dat we dat dan moesten verdelen, maar blijkbaar kreeg iedereen zo’n groot, vol bord. Het was wel lekker, maar veel te veel zoals verwacht. Na het eten hebben we gekaart en dronken we borgoe cola (= cola met rum). Beauty lag ondertussen om een paal gekronkeld. ’s avonds worden ze actief en willen ze jagen. Hij kronkelde langs de paal omhoog en verdween bijna in de dakgoot, Winston kon hem op tijd pakken en terug zetten. Blijkbaar zijn Creolen (zwarte mensen) heel bang van slangen door hun bijgeloof. Als er dan een Creool passeerde riepen we al op voorhand ‘pas op voor de slang’ en dan schrokken ze heel erg. Je zag ze echt een meter achteruit springen, best wel een grappig zicht. Na een tijdje kwamen er 4 jongens bij ons zitten, we hebben dan gevraagd of ze mee wouden kaarten. Het was een zeer gezellige avond en we zijn pas rond 2u gaan slapen. De volgende dag zouden we Brownsberg beklimmen, dus we moesten echt dringend gaan slapen. We hebben even getwijfeld voor een nachtelijke zwempartij, maar hebben het toch niet gedaan. Ondanks de goede, dikke matras kon ik niet goed slapen, ik lag heel de tijd te draaien en raakte niet in slaap. Ik hoorde ineens dat het enorm hard begon te regenen, maar Winston sliep buiten in zijn hangmat en had geen afdak boven zijn hoofd. Wat verderop was er wel een afdak waar hij zijn hangmat kon hangen dus is hij in het midden van de nacht in de gietende regen uit zijn hangmat moeten kruipen, de knopen losmaken en weer ophangen onder dat afdak. Hij had ons aangeraden om ’s morgens rond 6u op te staan om de zonsopgang te zien, dat is heel mooi op Stone Island. Dus ja, we hebben de wekker gezet en zijn met veel moeite om 6u uit ons bed geraakt. Jammer genoeg was het heel bewolkt dus zagen we niet echt een mooie zonsopgang. We zijn dan maar terug in ons bed gekropen om ’n uurtje later weer op te staan.
Winston had het druk met voorbereidingen van een andere tour die hij zou doen, dus kregen we een nieuwe gids om naar Brownsberg te gaan, Roger. Opnieuw een jonge gids, hij was zelfs jonger dan ik, namelijk 21 jaar. Er was ook een neefje en een vriendje mee met Roger. We reden eerst een stuk de Brownsberg op met de auto, tot aan een hutje waar je kon eten en drinken en vandaar gingen we dan te voet. Doordat het zoveel geregend had was alles wat glad en modderig, dus we moesten voorzichtig zijn tijdens onze wandeling. We liepen in het bos en het pad was afwisselend stijgend en dalend. Dat is een groot verschil met Voltzberg, daar liep je eerst altijd rechtdoor in het regenwoud om dan stijl omhoog de Voltzberg op te klimmen. Vooral het laatste stuk is lastig bij Voltzberg. Dat klimmen en dalen bij Brownsberg was dus op den duur lastiger dan bij Volzberg. Zeker omdat we altijd voorzichtig moesten zijn dat we niet uitgleden in de modder. We zijn naar de Leo- en Irene watervallen gegaan.
Winston had het druk met voorbereidingen van een andere tour die hij zou doen, dus kregen we een nieuwe gids om naar Brownsberg te gaan, Roger. Opnieuw een jonge gids, hij was zelfs jonger dan ik, namelijk 21 jaar. Er was ook een neefje en een vriendje mee met Roger. We reden eerst een stuk de Brownsberg op met de auto, tot aan een hutje waar je kon eten en drinken en vandaar gingen we dan te voet. Doordat het zoveel geregend had was alles wat glad en modderig, dus we moesten voorzichtig zijn tijdens onze wandeling. We liepen in het bos en het pad was afwisselend stijgend en dalend. Dat is een groot verschil met Voltzberg, daar liep je eerst altijd rechtdoor in het regenwoud om dan stijl omhoog de Voltzberg op te klimmen. Vooral het laatste stuk is lastig bij Voltzberg. Dat klimmen en dalen bij Brownsberg was dus op den duur lastiger dan bij Volzberg. Zeker omdat we altijd voorzichtig moesten zijn dat we niet uitgleden in de modder. We zijn naar de Leo- en Irene watervallen gegaan.
De wandeling naar de watervallen was vrij zwaar, je moest steeds grote passen nemen er waren precies trappen met heel hoge treden dus deze tour was zeker even zwaar als Voltzberg, hoewel ze wel veel korter was. Jammer genoeg hadden we slecht weer, het regende bijna heel de dag. Wel lichtjes, maar toch na een tijdje kreeg ik het wel wat fris. Wat zeldzaam is in Suriname :p Rond 15u kwamen we terug aan het huisje waar ons auto stond, daar gingen we dan 's middags eten.