Wat heb ik toch zo'n originele titeltjes. Ik weet niet zo goed welke titels ik anders moet gebruiken.
Vandaag heb ik een interessant lesje kunnen mee volgen. Het ging over omgaan met boosheid. De juf vroeg in welke situatie ze boos worden en hoe ze dan reageren. Daarna legde ze uit dat je aan het gevoel niet veel kan doen, maar dat je je gedrag wel kan aanpassen. Ze gaf tips over bijvoorbeeld nadenken waarom je boos bent en of je het ‘recht hebt’ om boos te zijn. Ook zei ze dat je best tot tien kan tellen in je hoofd vooraleer je reageert. Na deze theorie moesten ze dit toepassen in een rollenspel. Per drie moesten ze een situatie bedenken waarin ze boos worden. Eerst moesten ze verkeerd reageren, door bijvoorbeeld agressief te zijn en vervolgens moesten ze dezelfde situatie nog eens spelen maar op een goede manier.
Ik vind dit een zeer goede les om te geven aan deze jongeren. Ze worden soms zo boos en hebben hun gedrag niet altijd onder controle. Dat er een rollenspel aan gekoppeld werd vond ik ook zeer nuttig, theorie alleen zouden de leerlingen snel vergeten. Door het in de praktijk toe te passen – zelfs al is het een verzonnen situatie – leren de jongeren meer dan door enkel te luisteren wat de juf zegt.
Na de pauze was er nog een spoedvergadering en moesten we toezicht houden op de leerlingen. De juf van mijn klasje had me oefeningen gegeven die ik met de jongens kon doen, dit was al een verbetering tegenover dinsdag. Toen wist ik niet wat ik moest doen om ze bezig te houden dus deze oefeningen waren zeer handig. Zo leren ze nog iets in plaats van daar maar te zitten. Het waren taaloefeningen over lettergrepen splitsen, tegengestelden zoeken en een classificatie oefening. Ze kregen allerlei woorden zoals: zus, collega, vriend, buurman, tante, … en ze moesten zeggen of het familie is of niet. Na deze oefeningen moesten ze een tekening maken voor Valentijn. Als ze hiermee klaar waren mochten ze zich in stilte bezig houden. Er was één jongen die wou voorlezen aan mij, ik was blij dit te horen. De andere jongens waren op hun gsm bezig of luisterden muziek en hij wou lezen. Toen hij aan het lezen was merkte ik dat deze jongens inderdaad beter zijn in tekenen, timmeren, … dan lezen of rekenen. Hij deed goed zijn best, maar sommige woorden waren toch moeilijk voor hem.
De school organiseert 3 maart een verkoopdag, een soort markt op hun school. Dit vergt veel organisatie dus wij worden ook mee ingeschakeld om te helpen. Dit doen we uiteraard graag, ik vind zo’n activiteiten altijd leuk. Na de spoedvergadering werden de jongeren naar huis gestuurd, hoewel het nog geen tijd was. We moesten namelijk nog vergaderen met de leerkrachten over de markt. Uit deze situatie valt wel op dat het hier heel anders aan toe gaat dan bij ons. Na de vergadering hadden we nog een gesprek met onze stagebegeleidster om te vertellen wat er besproken is in de spoedvergadering.
Morgen hebben we een afspraak op de VVOB, de leerlingen hebben sportdag dus dat komt goed uit.
Vandaag heb ik een interessant lesje kunnen mee volgen. Het ging over omgaan met boosheid. De juf vroeg in welke situatie ze boos worden en hoe ze dan reageren. Daarna legde ze uit dat je aan het gevoel niet veel kan doen, maar dat je je gedrag wel kan aanpassen. Ze gaf tips over bijvoorbeeld nadenken waarom je boos bent en of je het ‘recht hebt’ om boos te zijn. Ook zei ze dat je best tot tien kan tellen in je hoofd vooraleer je reageert. Na deze theorie moesten ze dit toepassen in een rollenspel. Per drie moesten ze een situatie bedenken waarin ze boos worden. Eerst moesten ze verkeerd reageren, door bijvoorbeeld agressief te zijn en vervolgens moesten ze dezelfde situatie nog eens spelen maar op een goede manier.
Ik vind dit een zeer goede les om te geven aan deze jongeren. Ze worden soms zo boos en hebben hun gedrag niet altijd onder controle. Dat er een rollenspel aan gekoppeld werd vond ik ook zeer nuttig, theorie alleen zouden de leerlingen snel vergeten. Door het in de praktijk toe te passen – zelfs al is het een verzonnen situatie – leren de jongeren meer dan door enkel te luisteren wat de juf zegt.
Na de pauze was er nog een spoedvergadering en moesten we toezicht houden op de leerlingen. De juf van mijn klasje had me oefeningen gegeven die ik met de jongens kon doen, dit was al een verbetering tegenover dinsdag. Toen wist ik niet wat ik moest doen om ze bezig te houden dus deze oefeningen waren zeer handig. Zo leren ze nog iets in plaats van daar maar te zitten. Het waren taaloefeningen over lettergrepen splitsen, tegengestelden zoeken en een classificatie oefening. Ze kregen allerlei woorden zoals: zus, collega, vriend, buurman, tante, … en ze moesten zeggen of het familie is of niet. Na deze oefeningen moesten ze een tekening maken voor Valentijn. Als ze hiermee klaar waren mochten ze zich in stilte bezig houden. Er was één jongen die wou voorlezen aan mij, ik was blij dit te horen. De andere jongens waren op hun gsm bezig of luisterden muziek en hij wou lezen. Toen hij aan het lezen was merkte ik dat deze jongens inderdaad beter zijn in tekenen, timmeren, … dan lezen of rekenen. Hij deed goed zijn best, maar sommige woorden waren toch moeilijk voor hem.
De school organiseert 3 maart een verkoopdag, een soort markt op hun school. Dit vergt veel organisatie dus wij worden ook mee ingeschakeld om te helpen. Dit doen we uiteraard graag, ik vind zo’n activiteiten altijd leuk. Na de spoedvergadering werden de jongeren naar huis gestuurd, hoewel het nog geen tijd was. We moesten namelijk nog vergaderen met de leerkrachten over de markt. Uit deze situatie valt wel op dat het hier heel anders aan toe gaat dan bij ons. Na de vergadering hadden we nog een gesprek met onze stagebegeleidster om te vertellen wat er besproken is in de spoedvergadering.
Morgen hebben we een afspraak op de VVOB, de leerlingen hebben sportdag dus dat komt goed uit.